• " Ja, zalig zijn degenen die het Woord Gods horen en hetzelve bewaren " Lukas 11 vers 28

Meditatie

Wel bedroefd, toch geliefd

Heere, zie, die Gij liefhebt is krank
Johannes 3:11b

De liefde van God gaat dikwijls wegen, die Gods kind niet altijd voor liefde kan houden. Zo was het ook in het gezin van Lazarus en zijn twee zusters. Christus had hen lief, en toch wordt Lazarus ziek, zo ernstig, dat het ieder uur minder in plaats van beter wordt. En wanneer zij dan tot Christus gaan om te zeggen dat Lazarus zo ernstig ziek is, dan zeggen ze er uitdrukkelijk bij: “Dien gij liefhebt”. Deze mededeling verbergt eigenlijk een vraag. Alsof zij zeggen willen: “Hoe is het toch mogelijk om zo ziek en tegelijk door U geliefd te zijn?” De raadselen nemen nog toe als de Heere dan ook nog twee dagen wegblijft. Kan dat wel liefde zijn? Kan de liefde zo lang wachten? Het lijkt er veel meer op, dat de nood van Lazarus en zijn zusters Christus niet meer aangaat. Hij laat ze aan hun lot over. Ze hebben alle schijn tegen. Hij, Die helpen kan, komt niet.

Van God geliefd te zijn en toch ziek. Toch bedroefd, bedrukt , benauwd en dat onder een zwijgende hemel. Geen opening bij God te vinden, terwijl de liefde Gods toch gekend is. Dan wordt het al donkerder en al meer gaat de vraag benauwen of God dan wel ooit in waarheid naar zo iemand heeft omgezien. Maar terwijl men zich in dat huisgezin van Bethanië afvroeg of de Heere opgehouden had genadig te zijn, was toch de liefde van Gods zijde niet opgehouden. Integendeel, de ziekte van Lazarus moest medewerken om de band met Jezus nog te versterken.

Het was voor Christus geen nieuws toen Hij hoorde, dat Zijn vriend Lazarus zou sterven. Het moest dus met Lazarus onmogelijk worden. Want de Heere had er een bedoeling mee. Zoals Hij dat Zelf zei: ”Opdat de Zoon Gods door dezelve verheerlijkt worde.” Als God Zichzelf gaat verheerlijken, dan spaart Hij Zijn kind niet voor ziekte of moeite. De liefde van God tot Zijn volk is geen vrijbrief tegen de rampen. Er moet soms veel geleden worden onder deze liefde. Eigen vlees en wil hebben het er niet gemakkelijk onder. Maar anders kan Gods Naam niet verheerlijkt worden. Juist Gods kinderen zijn erfgenamen van de roede. Het goud moet in de smeltkroes omdat het goud is. Het koren moet gedorst omdat het koren is. De Heere snoeit geen vruchteloze bomen. Die moeten ook wel de gevolgen van de zonde ondergaan, maar zij ontmoeten God er niet in.

Zijn dan alle zieken en lijdenden onder die liefde begrepen, alleen al omdat ze lijden moeten? Zeker, de Heere bedoelt elke slag als een roepstem om naar Zich toe te trekken. Maar als zo’ n klop aan uw deur niet wordt opgemerkt, dan is het een slag der verharding geweest. Hoe kunt u dan weten of uw lijden onder Gods liefde valt? Dat is nu de grote vraag, waaronder een kruisdrager gebukt kan gaan en die hem nog meer wegen kan dan het kruis zelf. Dat Lazarus ziek lag was tenslotte het ergste niet, maar hoe hadden ze het nu met Jezus’ liefde? Dat was nog de grootste vraag.

Het moet ook hier uit de vrucht blijken of God u slaat uit liefde of niet. Want als de Heere in zijn gunst slaat, dan laat het een vrucht achter in het hart. En die vrucht is niet alleen een goedkeuring van Gods wegen, maar ook een zalige verbintenis aan de Heere Zelf. Het is een gemeenschap met God, die boven het lijden uitgaat en waarin een lijdende zichzelf leert vergeten. Gods liefde vindt Zijn vrucht in wederliefde. Wat zal het in dat huisgezin een wederliefde hebben meegebracht, toen bleek dat Christus dit alles had bestuurd om Zijn liefde te verheerlijken. Dan verbindt alle lijden aan God. Dan hebt u met een God te doen, Die de stormen wel niet tegenhoudt, maar Die ze toch vasthoudt. En hierin wordt het nog het diepst gesmaakt Wie God voor Zijn volk is.

Ds. F. Bakker 1919 – 1965

  • © hersteld hervormde kerk 2024

Heeft u vragen over het geloof?

Open Sluit