• " Ja, zalig zijn degenen die het Woord Gods horen en hetzelve bewaren " Lukas 11 vers 28

Meditatie

Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet dat ik U liefheb.
Johannes 21 : 17m

De belijdenis van Petrus
Hoe moet Petrus zich gevoeld hebben? Hij had zijn Meester verloochend en het was nog niet in orde gemaakt. Er lag nog iets tussen. Was dat de reden waarom hij inhield, toen hij samen met Johannes op weg was naar het graf, omdat de vrouwen gemeld had- den dat het graf leeg was (Joh. 20: 4)? Hoe moest hij het weer in orde maken? Maar wat een wonder als de Heere hem apart gaat nemen en het met hem in orde gaat maken! Misschien herkent u het wel. Zo kan het onder de verkondiging van het Woord gebeuren, dat iedereen om u heen wegvalt en dat u, naar uw beleving, nog alleen zit en Hij u gaat aanspreken.
De eerste vraag die de Heere aan Petrus stelt is: ‘Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij liever dan deze?’ Petrus was heel stellig geweest: ‘Al werden zij ook allen aan U geërgerd, ik zal nimmermeer geërgerd worden (Matt 26: 33)’. Maar hij had zijn Meester verloochend, tot driemaal toe. De Heere Jezus vraagt nu aan hem of hij Hem liever heeft dan de andere discipelen Hem liefhebben (vs. 15). In de grondtaal worden er echter twee verschillende woorden gebruikt voor liefhebben. Als Petrus het antwoord geeft dat de Heere weet dat hij Hem liefhebt, dan gebruikt hij een ander woord dan de Heere Jezus. We zouden het als volgt kunnen vertalen: De Heere Jezus vraagt of Petrus Hem liefheeft en Petrus antwoordt: ik houd van u. Ook de tweede vraag die de Heere Jezus stelt is: ‘Hebt gij Mij lief (vs. 16)?’ En opnieuw antwoordt Petrus: ‘Ik houd van U’. En opnieuw vraagt de Heere Jezus of Petrus Hem liefheeft. Hij gebruikt nu echter hetzelfde woord als waarmee Petrus steeds heeft geantwoord: ‘Simon, zoon van Jonas, houd je van Mij (vs. 17)?’ De Heere Jezus daalt lager en lager af en Hij komt steeds dichter bij het hart van Petrus!

Wat een opzoekende liefde van de Heere Jezus! Petrus, altijd haantje de voorste, wordt omringd en ingewonnen door de liefde van Christus. En dan moet hij het verliezen. Hij wordt bedroefd en dan volgt zijn hartelijke belijdenis: ‘Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet dat ik U liefheb.’ Hij roept Gods alwetendheid in als getuige hoe het in zijn hart ligt. Het kooltje van Petrus’ liefde, dat door zijn eigen schuld bijna was uitgeblust en verscholen lag onder de as, begint opnieuw te gloeien en vlam te vatten. Er is niet alleen rook, maar er komt ook weer vuur. En dat door de opzoekende liefde van zijn Meester. Het is een druppel van Gods oneindige zondaarsliefde, die het hart van Petrus weer in vuur en vlam zet. Wat de hardste slagen van de wet niet kunnen, kan één druppel van Christus’ liefde. De Heere Jezus had Zijn Vader niet verloochend, ook niet toen Zijn Vader Hem verliet en Hij de totale Godverlatenheid binnentrad. Toen iedereen Hem verlaten had, heeft Hij de volle toorn van God over de zonde gedragen. Ook Gods toorn over de verloochening van Petrus. Christus heeft volkomen betaald, ook voor Petrus’ schuld.

Petrus wordt weer hersteld in zijn ambt. Er ligt een grote en onmogelijk opdracht. Hij moet, ondanks alle weerstand, het Evangelie gaan verkondigen aan alle volkeren. ‘Weid Mijn lammeren, hoed Mijn schapen en weid Mijn schapen.’ Hij zal nog veel moeten meemaken. Petrus is gewend om de regie zelf in handen te hebben, maar anderen zullen hem gaan leiden en brengen waar hij niet wil (vs. 18). De Heere Jezus geeft hem daarbij de opdracht: ‘Volg Mij (vs. 19).’

Waarom had Petrus de Heere lief? Omdat Hij Petrus eerst had liefgehad. En ook nu weer is de Heere de Eerste. Beste lezer, misschien durft u zich niet te vergelijken met Petrus. Maar hij was een mens van gelijke beweging als u en ik. Waarom durft u zich niet te vergelijken met Petrus? Is de belangrijkste reden niet, dat u zich niet herkent in zijn verloochening van de Heere? Hoe vaak en hoe lang hebt u Hem niet laten roepen en nodigen? En uw antwoord was: ‘Ik ken de Mens niet (Matt 26: 72)’. Terwijl Hij Zich steeds weer openbaart in de verkondiging van het Woord.
Is het (jo)u tot schuld geworden? Hebt u Hem mogen (h)erkennen in Zijn opzoekende liefde? Dan mogen we ook Petrus in zijn belijdenis naspreken: ‘Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet dat ik U liefheb.’

Ds. R. van de Kamp, Opheusden

  • © hersteld hervormde kerk 2024

Heeft u vragen over het geloof?

Open Sluit